Steun ons onderzoek

Steun ons onderzoek

Zo’n vierduizend mensen worden jaarlijks getroffen door leukemie, lymfklierkanker of multipel myeloom. Deze vormen van kanker van de bloedcellen of afweercellen hebben een grote impact op het leven van een patiënt. De behandeling is vaak gecompliceerd en met veel bijwerkingen. De overlevingskansen zijn beperkt. Onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) werken aan een veelbelovende nieuwe behandelmethode voor deze patiënten: het Levend Geneesmiddel.

Draagt ook u bij aan dit uniek geneesmiddel?

In samenwerking met

 

Video item LUMC

Waarom helpen?

Het Levend Geneesmiddel bestaat uit speciaal geselecteerde en bewerkte afweercellen van een donor. Inmiddels zijn tientallen patiënten in het LUMC met succes behandeld. Elke patiënt krijgt een eigen, op maat gemaakt geneesmiddel. Dat is kostbaar en tijdrovend om te produceren. We willen zo veel mogelijk patiënten laten profiteren van deze veelbelovende behandeling. Daarvoor is meer onderzoek nodig en een verdere verfijning van onze technieken.  Om het onderzoek te versnellen zijn extra fondsen nodig. Uw bijdrage heeft dan ook een grote impact.

In het nieuws

artikel slider LUMC

Prof. dr. Fred Falkenburg, hoogleraar Experimentele Hematologie

“Donor afweercellen kunnen wij zo veranderen dat zij een krachtig geneesmiddel vormen.”

Prof. dr. Fred Falkenburg, hoogleraar Experimentele Hematologie

Dr. Inge Jedema, onderzoeker

“Voor iedere patiënt afweercellen op maat. In ons unieke laboratorium werken we daar hard aan.”

Dr. Inge Jedema, onderzoeker

Dr. Mirjam Heemskerk, onderzoeker

“De weg van laboratorium naar patiënt is lang. Extra financiering is dan ook echt nodig.”

Dr. Mirjam Heemskerk, onderzoeker

Dr. Peter van Balen, arts-onderzoeker

“Er overlijden nog steeds te veel patiënten aan de bijwerkingen van stamceltransplantatie. Het Levend Geneesmiddel kan dat verminderen.”

Dr. Peter van Balen, arts-onderzoeker

Dr. Marieke Griffioen, onderzoeker

“We kunnen steeds beter geschikte afweercellen selecteren en bewerken. Ons doel, patiënten met leukemie genezen zonder ernstige bijwerkingen, komt zo steeds dichterbij.”

Dr. Marieke Griffioen, onderzoeker

Kanker van de bloedcellen

Kanker van de bloedcellen

Leukemie, lymfklierkanker en multipel myeloom zijn vormen van kanker van de bloedcellen. De groei van witte bloedcellen, die belangrijk zijn voor het afweersysteem, wordt hierbij ontregeld. Hierdoor kan het lichaam niet meer goed beschermd worden tegen ziekteverwekkers.

Bij leukemie bevindt de kanker zich in de beenmergcellen, die verantwoordelijk zijn voor de aanmaak van bloedcellen. Bij acute leukemie wordt een patiënt snel ernstig ziek. Er zijn dan zware therapieën nodig. Chronische leukemie kan worden behan­deld met mildere medicijnen. Helaas wordt de ziekte in veel gevallen slechts tijdelijk tot stilstand gebracht.

Lymfklierkanker lijkt op leukemie, maar blijft meestal beperkt tot de lymfklieren. De ziekte van Hodgkin is de meest bekende en het best te behandelen. Overige vormen worden noemen we non-Hodgkin-lymfomen.

Multipel myeloom of de ziekte van Kahler is een vorm van kanker waarbij bepaalde afweercellen een abnormaal eiwit aanmaken. Beenmerg, botten maar ook andere organen kunnen worden aangetast. De ziekte kan met medicijnen worden geremd, maar genezen lukt zelden.

Lees meer
Kanker van de bloedcellen

Ons onderzoek

Ons onderzoek

Bij de behandeling van kanker van de bloedcellen, zoals leukemie, wordt stamceltransplantatie al een tijd lang toepast. Hierbij ontstaan vaak complicaties. De afweercellen van de donor vallen dan alles aan wat vreemd is. Ze maken niet alleen de kankercellen van de patiënt kapot, maar ook gezonde cellen. Patiënten kunnen hier erg ziek van worden.

De cellen voor het Leven Geneesmiddel selecteren en isoleren wij in ons speciaal toegeruste laboratorium. Wij kunnen afweercellen ‘trainen’, zodat ze kankercellen leren herkennen. Soms voegen we een stukje genetische code toe om afweercellen geschikt te maken om de gewenste virussen of kwaadaardige cellen te herkennen.

Het Levend Geneesmiddel bestaat dan dus uit die afweercellen van de donor die speciaal gericht zijn op de zieke bloedcellen van de patiënt, deze worden herkend en opgeruimd. Daarnaast gaat het Levend Geneesmiddel de strijd aan met virussen die de gezondheid van de patiënt bedreigen. De gezonde weefselcellen van de patiënt worden niet aangevallen door het Levend Geneesmiddel.

 

Meer informatie

Lees meer
Ons onderzoek

T-celreceptor (TCR) gentherapie

T-celreceptor (TCR) gentherapie

Immuuntherapie tegen genetische afwijkingen in acute myeloïde leukemie In patiënten met acute myeloide leukemie (AML) ontstaat in het bloed een ophoping van kwaadaardige voorlopers van bepaalde
witte bloedcellen. Dit wordt veroorzaakt door afwijkingen in hun DNA. Door deze genetische afwijkingen delen de cellen snel en rijpen niet goed uit waardoor ze slecht functioneren. Gezonde bloedcellen worden door deze cellen verdrongen. Wij onderzoeken of immuuntherapie ingezet kan worden om deze afwijkingen in het DNA aan te vallen en op die manier AML te bestrijden. Veel AML patiënten hebben een genetische afwijking in het NPM1-gen dat verantwoordelijk is voor de kwaadaardige ontaarding. Wij zagen dat beschadiging van dit gen inderdaad leidde tot abnormale peptiden die in HLA op het oppervlak van AML-cellen gepresenteerd worden. We noemen deze afwijkingen neoantigenen. Om te onderzoeken of deze eiwitfragmenten kunnen worden aangevallen door het afweersysteem, zijn wij op zoek gegaan naar T-cellen met specifieke receptoren die deze NPM1 neo-antigenen kunnen herkennen.

Uit een gezonde donor hebben wij een T-cel geïsoleerd met een specifieke receptor die een NPM1 neo-antigen herkent. Met één T-cel kunnen natuurlijk geen patiënten worden behandeld. Van deze T-cel hebben wij de T-celreceptor gekarakteriseerd en uiteindelijk overgebracht naar T-cellen van patiënten. Zo kan het afweersysteem van de patiënt de eigen AML-cellen vernietigen terwijl gezonde cellen onbeschadigd blijven. Volgend jaar start een klinische studie waarbij AML patiënten behandeld gaan worden met deze NPM1 T-celreceptor. Omdat niet alle patiënten het NPM1 neo-antigen op hun AMLcellen presenteren is promovendus Nadine Struckman op zoek naar T-cellen die andere neo-antigenen kunnen herkennen. AML patiënten hebben ook vaak genetische afwijkingen in het RUNX1- gen. Nadine heeft RUNX1-specifieke T-cellen geïsoleerd en onderzoekt nu of de T-cel receptoren van deze cellen ook reactief zijn tegen AML. Hiermee hopen we immuuntherapie mogelijk te maken voor zoveel mogelijk AML patiënten. Eiwitten zijn belangrijke bouwstenen van menselijke cellen.
Verschillende eiwitten hebben verschillende functies en zijn nodig voor de cel om te overleven en te kunnen functioneren. In cellen wordt een gedeelte van de eiwitten continu in kleine stukjes
geknipt, ook wel peptiden genaamd, en in een bepaalde structuur, het HLA, naar het oppervlak van de cel gebracht. Eenmaal op het oppervlak kan het peptide in combinatie met het HLA door T-cellen
herkend worden. Dit maakt onderdeel uit van de kwaliteitscontrole in ons lichaam, waarin ons afweersysteem constant op patrouille is om zieke cellen, die bijvoorbeeld door een virus geïnfecteerd
zijn, te detecteren. Patrouillerende T-cellen hebben sensoren,T-celreceptoren, waarmee ze kunnen zien of vreemd peptide aanwezig is. Naast het herkennen van virus geïnfecteerde cellen, zijn sommige T-cellen in staat om kankercellen te herkennen. In ons onderzoek zijn we in het bloed van gezonde donoren op zoek gegaan naar T-cellen die specifiek kankercellen herkennen. We hebben duizenden verschillende T-cellen getest en hebben diegene geselecteerd die een T-celreceptor hebben waarmee ze wel tumorcellen maar geen gezonde cellen herkennen. In het laboratorium kunnen we de genetische code van de T-celreceptoren van deze T-cellen bepalen. Dit stukje genetische informatie kunnen we overzetten naar T-cellen van iemand anders, dit heet gentransfer. De T-cellen krijgen door dit stukje genetisch materiaal de nieuwe T-celreceptor. Vervolgens testen we of de T-cellen met hun nieuwe T-celreceptor tumorcellen van een patiënt aan kunnen vallen.
Omdat iedere persoon en iedere tumor uniek is, kunnen we met één goede T-celreceptor slechts een deel van de patiënten behandelen. Het is bovendien van belang om de tumor met verschillende
T-celreceptoren aan te vallen om de kans op resistentie te verkleinen. We zijn erin geslaagd om een aantal veelbelovende T-celreceptoren te vinden. Deze receptoren herkennen peptiden afkomstig van een aantal verschillende eiwitten in verschillende HLA-structuren. Zo hebben we bijvoorbeeld T-celreceptoren gevonden die gebruikt kunnen worden om patiënten met multipel myeloom te behandelen.
Deze T-celreceptoren herkennen peptiden van bepaalde immunoglobuline eiwitten die gemaakt worden door multipel myeloom cellen bij een deel van de patiënten. De komende tijd willen we de herkenning van deze T-celreceptoren nog meer in detail bestuderen en in samenwerking met partners de effectiviteit bepalen in klinische studies.

Lees meer
T-celreceptor (TCR) gentherapie

Immuuntherapie tegen genetische afwijkingen in acute myeloïde leukemie

Immuuntherapie tegen genetische afwijkingen in acute myeloïde leukemie

In patiënten met acute myeloide leukemie (AML) ontstaat in het bloed een ophoping van kwaadaardige voorlopers van bepaalde witte bloedcellen. Dit wordt veroorzaakt door afwijkingen in hun
DNA. Door deze genetische afwijkingen delen de cellen snel en rijpen niet goed uit waardoor ze slecht functioneren. Gezonde bloedcellen worden door deze cellen verdrongen. Wij onderzoeken
of immuuntherapie ingezet kan worden om deze afwijkingen in het DNA aan te vallen en op die manier AML te bestrijden.

 

Veel AML patiënten hebben een genetische afwijking in het NPM1- gen dat verantwoordelijk is voor de kwaadaardige ontaarding. Wij zagen dat beschadiging van dit gen inderdaad leidde tot
abnormale peptiden die in HLA op het oppervlak van AML-cellen gepresenteerd worden. We noemen deze afwijkingen neoantigenen. Om te onderzoeken of deze eiwitfragmenten kunnen
worden aangevallen door het afweersysteem, zijn wij op zoek gegaan naar T-cellen met specifieke receptoren die deze NPM1 neo-antigenen kunnen herkennen.


Uit een gezonde donor hebben wij een T-cel geïsoleerd met een specifieke receptor die een NPM1 neo-antigen herkent. Met één T-cel kunnen natuurlijk geen patiënten worden behandeld.
Van deze T-cel hebben wij de T-celreceptor gekarakteriseerd en uiteindelijk overgebracht naar T-cellen van patiënten. Zo kan het afweersysteem van de patiënt de eigen AML-cellen vernietigen
terwijl gezonde cellen onbeschadigd blijven. Volgend jaar start een klinische studie waarbij AML patiënten behandeld gaan worden met deze NPM1 T-celreceptor.


Omdat niet alle patiënten het NPM1 neo-antigen op hun AMLcellen presenteren is promovendus Nadine Struckman op zoek naar T-cellen die andere neo-antigenen kunnen herkennen. AML
patiënten hebben ook vaak genetische afwijkingen in het RUNX1- gen. Nadine heeft RUNX1-specifieke T-cellen geïsoleerd en onderzoekt nu of de T-cel receptoren van deze cellen ook reactief
zijn tegen AML. Hiermee hopen we immuuntherapie mogelijk te maken voor zoveel mogelijk AML patiënten.

Lees meer
Immuuntherapie tegen genetische afwijkingen in acute myeloïde leukemie

T-celtherapie na stamceltransplantatie

T-celtherapie na stamceltransplantatie

Het belangrijkste therapeutische effect van een stamceltransplantatie waarbij de patiënt stamcellen van een gezonde donor krijgt, wordt bereikt door een afweerreactie van donor T-cellen
tegen de kwaadaardige cellen van de patiënt. Dit noemen we het Graft-versus-Leukemie (GvL) effect. Helaas kan deze afweerreactie ook tegen de gezonde weefsels van de patiënt gericht
zijn, waardoor graft-versus-host-ziekte (GvHD) ontstaat. We weten dat het risico op GvHD direct na transplantatie het grootst is, omdat er dan veel weefselschade is door de voorbehandeling.
Daarom wordt T-celdepletie toegepast. Hierbij worden de donor T-cellen grotendeels uit het transplantaat verwijderd. Hierdoor is het risico op GvHD veel kleiner, maar ook het GvL-effect. Om toch
een GvL-effect te verkrijgen worden donor T-cellen een aantal maanden na transplantatie, wanneer de weefselschade hersteld is, alsnog toegediend door middel van een donorlymfocyteninfusie
(DLI). Hierdoor kan wel een GvL-effect bereikt worden, maar met een lager risico op ernstige GvHD.

 

Toch zien we bij sommige patiënten ook na DLI ernstige GvHD ontstaan. Eva Koster (Landkroon fellowship) onderzoekt onder leiding van Stijn Halkes de effectiviteit van DLI’s en probeert factoren te
identificeren die de balans tussen het ontstaan van GvHD en GvL na DLI bepalen. Ze heeft laten zien dat DLI’s bij de meeste patiënten het gunstige GvL-effect kunnen bewerkstelligen. Welke factoren een rol spelen bij de ontwikkeling van GvHD na DLI, is afhankelijk van wanneer de DLI gegeven wordt. Bij DLI’s die rond 3 maanden na transplantatie worden gegeven, vergroten bepaalde virusinfecties, die in die periode vaak optreden, het risico van GvHD. Deze virusinfecties spelen echter geen duidelijke rol meer als een DLI pas rond 6 maanden wordt gegeven. Op dat moment is vooral de aanwezigheid
van nog overgebleven patiëntcellen in het beenmerg sterk voorspellend voor het ontstaan van GvHD. Naar aanleiding van deze resultaten is een landelijke studie opgezet waarbij ook in andere academische ziekenhuizen gekeken zal worden of deze factoren voorspellend zijn voor het ontstaan van GvHD of GvL na DLI. Dit is van belang omdat in ziekenhuizen verschillende transplantatietechnieken worden gebruikt en DLI op andere tijdstippen na de transplantatie gegeven wordt. De bevindingen uit het LUMC-onderzoek en de landelijke studie zullen ertoe leiden dat DLI’s in de toekomst nog veiliger en efficiënter
gegeven kunnen worden.

Lees meer
T-celtherapie na stamceltransplantatie

COVID-19-vaccinatie bij hematologische patiënten

COVID-19-vaccinatie bij hematologische patiënten

De afgelopen tijd hebben we gezien hoe virussen grote schade kunnen aanrichten aan mensen en de maatschappij. Gelukkig zijn er veilige en effectieve vaccins ontwikkeld die ernstige complicaties aanzienlijk verminderen in gezonde mensen. Maar hoe zit dit bij mensen met leukemie en lymfklierkanker?

Om beter te begrijpen hoe effectief vaccins in deze groep zijn is het belangrijk om te kijken naar de ontwikkeling van immuniteit na vaccinatie. Immuniteit is complex en heeft meerdere belangrijke compartimenten die samen bescherming bieden. Momenteel wordt immuniteit met name gemeten aan de aanwezigheid en hoeveelheid antistoffen in het bloed na vaccinatie. Voor een volledig beeld moeten we ook naar de andere compartimenten kijken. Eén van de belangrijkste compartimenten zijn de T-cellen. T-cellen helpen de B-cellen om antistoffen te maken en ruimen de virusgeïnfecteerde
cellen op, waardoor het virus zich niet meer kan vermeerderen. Het meten van T-cellen is lastiger dan het meten van antistoffen en wordt daarom niet routinematig gedaan.

 

Om een beter beeld van de vaccin geïnduceerde T-celimmuniteit te krijgen in patiënten met leukemie en lymfklierkanker, zijn Mirjam Heemskerk en Cilia Pothast met de andere academische centra in Nederland een onderzoek gestart. In deze studie is bloed verzameld na de 1e, 2e en 3e dosis COVID-19-vaccinatie van patiënten met leukemie en lymfklierkanker die op verschillende manieren worden
behandeld. De T-cellen in het bloed worden gestimuleerd met kleine stukjes virus en vervolgens wordt gekeken hoe de T-cellen reageren op deze stukjes. Zo kan gemeten worden hoe de T-cellen reageren op vaccinatie en bepaald worden of dit vergelijkbaar is met gezonde mensen. Deze studie zal meer inzicht geven in hoe het afweersysteem zich ontwikkelt na COVID-19-vaccinatie in mensen met een verzwakt
afweersysteem door leukemie en lymfklierkanker en door de verschillende behandelingen die deze patiënten ondergaan.

Lees meer
COVID-19-vaccinatie bij hematologische patiënten

Deel pagina